Veilige balkons en galerijen: plaatselijk herstel scheelt veel geld

Onveilige balkons en galerijen zijn als een steen op de maag van gebouweigenaren: ze schreeuwen om aandacht, maar herstelwerk pakt vaak duur uit. Moet een gebouw wel altijd in zijn geheel in de steigers? Ingenieursbureau IOB constateert dat een plaatselijke ingreep in veel gevallen volstaat. Grondig vooronderzoek en slimme hersteltechnieken kunnen vastgoedeigenaren een hoop kosten en overlast besparen.

Constructieve veiligheid is al enkele jaren een hot topic voor woningcorporaties, VvE’s en eigenaren. Hun alertheid schoot omhoog in mei 2011, toen een galerij van de Antillenflat in Leeuwarden het vanuit het niets begaf. Een grote betonplaat viel vanaf de vijfde verdieping omlaag en nam de onderliggende platen mee.

Het incident kwam als een wake up call: gebouweigenaren zijn er verantwoordelijk voor dat de constructies van ‘uitkragende vloeren’, zoals galerijen en balkons, voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen. Het is aan hen om de vloer te laten onderzoeken en om herstelwerk te regelen als de situatie daarom vraagt.

Totaalingreep vaak onnodig
Als specialist op het gebied van constructieve veiligheid worden de ingenieurs van IOB regelmatig ingeschakeld om verdachte balkons en galerijen op gebreken te controleren. In veel gevallen wijst zulk onderzoek uit dat het betreffende gebouw niet in zijn geheel in de steigers hoeft. Plaatselijk herstelwerk, bijvoorbeeld aan twee of drie balkons, is dan voldoende om de veiligheid te herstellen.

Lees het volledige artikel op het Vastgoedjournaal